Binnen het onderwijs wordt steeds meer aandacht besteed aan burgerschapsvaardigheden. We onderkennen de wenselijkheid hiervan en ook vanuit de onderwijsinspectie wordt hierop toegezien. Verschillende initiatieven zijn gericht op het versterken van met name de burgerschapsvaardigheden
De Vreedzame School
Zo hebben bijna 1000 scholen de afgelopen jaren het concept van de Vreedzame School geadopteerd. Sinds jaren is Micha de Winter de aanjager hiervan. De Vreedzame School is een compleet programma voor basisscholen voor sociale competentie en democratisch burgerschap. Het beschouwt de klas en de school als een leefgemeenschap, waarin kinderen zich gehoord en gezien voelen, een stem krijgen en waarin kinderen leren om samen beslissingen te nemen en conflicten op te lossen. Kinderen voelen zich verantwoordelijk voor elkaar en voor de gemeenschap, en staan open voor de verschillen tussen mensen. Micha de Winter merkte recent tijdens zijn afscheidsreden als hoogleraar op: “Kinderen horen dat er bommen ontploffen of dat er duizenden mensen verzuipen in de Middellandse Zee. Wat moeten zij met die informatie? Ik vind dat pedagogen, ouders en leerkrachten betekenis moeten geven aan gebeurtenissen. Bij kinderen is het belangrijk dat je ze vertelt hoe het echt met de wereld gaat. Dat je ze het idee geeft dat je iets aan problemen kunt doen. Zo niet dan maak je ze wanhopig of boos.”
De Transformatieve School
Een meer recent initiatief betreft de Transformatieve School. Iliass El Hadioui ontwikkelde de filosofie van de Transformatieve School waarbij docenten leren omgaan met straatgedrag op school. De Transformatieve School gaat uit van een onderscheid tussen straat-, thuis- en schoolcultuur, legt El Hadioui uit. “Het begint allemaal met het begrijpen van stille codes in de drie leefwerelden zonder dat je er begrip voor hoeft te hebben in de zin dat je het goedkeurt. Je kunt het gedrag van een leerling die de straatcultuur in de klas hanteert overlast gevend vinden. Maar het helpt niet om voortdurend op het gedrag te gaan zitten en in de corrigeermodus te stappen. Daarmee stopt het gedrag niet. Probeer niet om de leerlingen in te passen in het bestaande (school)systeem, maar hervorm de bestaande schoolcultuur zodanig dat leerlingen zelf gaan snappen hoe zich positief en functioneel te gedragen.”
Burgerschap en bevlogenheid
Zowel de Vreedzame School als de Transformatieve School hanteren aanpakken die rekening houden met de randvoorwaarden van een bevlogen onderwijsklimaat. Een klimaat waarin aandacht is en de basis gelegd wordt voor burgerschapsvaardigheden. Immers, het gewenste burgerschapsgedrag zal zich eerder manifesteren als aandacht besteed wordt aan de volgende drie basisdrijfveren:
- Autonomie: een duidelijk kader waarbinnen men verantwoordelijk is. De grenzen en de rolverdeling zijn duidelijk. Inbreng wordt gewaardeerd. Gezag in plaats van macht. De leraar als manager van groepsdynamiek.
- Ontwikkeling: iedereen wil zich graag ontwikkelen. Het gedrag maakt dit niet altijd zichtbaar. Inzicht hierin en ook de inzet van nieuwe spelelementen stimuleren zowel leerling als leerkracht.
- Verwantschap: iedereen wil ergens bij horen. De aanpak moet gericht zijn op ‘inclusiviteit’. Iedereen hoort erbij. Contact leggen door aandacht voor de leerling en de thuissituatie creëert een brug die resulteert in verbinding.
- Zingeving: een zinvolle bijdrage leveren aan de maatschappij. Burgerschap sluit hier bij uitstek op aan. Met de persoonlijke overtuiging dat je met het versterken van burgerschapsvaardigheden een wezenlijke bijdrage levert aan de ontwikkeling van jongeren kun je het verschil maken.
Vanuit deze optiek dragen zowel de Vreedzame School als de Transformatieve School daadwerkelijk bij aan een bevlogen klimaat binnen onderwijsorganisaties. sSprong ondersteunt met haar aanpak daarom deze concepten die met name gericht zijn op burgerschapsvaardigheden en het inclusief denken op scholen. Op deze wijze komt een krachtige werkwijze tot stand die zeker tot uiting zal komen in de bevlogen werkbeleving van de leerkrachten en goede leerprestaties van de leerlingen.