Nog op zoek naar invulling voor
uw studiedagen? Bekijk ons aanbod
Ondersteuning nodig bij fusietrajecten?
Laat ons meedenken!
Een missie- en visietraject
met bevlogenheid als vertrekpunt
Van Nationaal Programma Onderwijs
naar eigen School Programma
Trots! Op onze publicatie:
Impact in het Onderwijs

Meer aandacht voor werkplezier in het onderwijs!

Door: mr. drs. Jos C.N. van Kessel
 
Natuurlijk is werkgeluk in het onderwijs van groot belang. De continue aandacht voor werkdruk zal zeker ook hier op gericht zijn. Gelukkige leerkrachten inspireren kinderen en daar is de kwaliteit van het onderwijs bij gebaat. Als het gaat om de werkbeleving in het onderwijs ligt de nadruk echter sterk op de beleefde werkdruk. Deze is natuurlijk niet te miskennen. Daar waar nodig dienen maatregelen getroffen te worden om de werkdruk te verlichten. 
 
Door deze nadruk op werkdruk lijkt het aspect ‘werkplezier’ minder aandacht te krijgen. Immers, men kan behoorlijk wat werkdruk aan als deze in balans is met het werkplezier. De balans werkdruk-werkplezier resulteert voorts in werkgeluk. 

 
Werkgeluk
Iedereen wil graag gelukkig zijn en weet dat geluk belangrijk is. Ook geluk op het werk is van belang. Een groot deel van de tijd brengen mensen tenslotte door op het werk. Steeds meer wetenschappelijk onderzoek toont aan dat gelukkige medewerkers beter presteren. Geluk op het werk is daarmee geen bijkomstigheid, maar het fundament voor een optimaal presterende schoolorganisatie (Coolen, 2015).
 
Geluk wordt gekarakteriseerd door het frequenter ervaren van positieve dan negatieve emoties (Tkach & Lyubomirsky, 2006). Het optimaliseren van het gevoel van geluk levert meer op dan alleen een prettig gevoel (Lyubomirsky, 2007). Gelukkige mensen zijn productiever, creatiever en socialer. Daarnaast zijn ze minder vaak ziek, leven ze langer en hebben ze meer zin en energie om nieuwe dingen te ondernemen. Eigenlijk wordt de hele wereld mooier van gelukkige mensen (Hees, 2016). 
 
Uit wetenschappelijk onderzoek van Lyubomirsky (2006) blijkt dat erfelijke omstandigheden het geluk voor 50% bepalen. Slechts 10% wordt beïnvloed door externe omstandigheden zoals relatie, gezondheid en inkomen. Maar liefst 40% van geluk wordt bepaald door eigen gedrag en denkpatronen. Erfelijkheid en omstandigheden zijn niet direct te beïnvloeden, maar het gedrag en de denkwijze is wel te beïnvloeden, en daarmee geluk ook. Door bewust anders te gaan denken of andere manieren van gedrag te vertonen is geluk te beïnvloeden (Tkach & Lyubomirsky, 2006). 

Geluk op het werk 
Naast gelukkig zijn in het privéleven is geluk op het werk belangrijk. Gelukkig zijn op het werk is in het onderwijs van belang voor m.n. de leerlingen, de leerkrachten en alle andere betrokkenen. Het blijkt dat gelukkige medewerkers betere evaluaties krijgen, meer energie hebben, productiever en gedrevener zijn. Ook zijn ze minder vaak ziek en kunnen ze beter omgaan met werkstress. Hierdoor krijgen ze minder snel stressreacties die kunnen leiden tot een burn-out (Lyubomirsky, King, & Diener, 2005). In het model van Bakker & Oerlemans (2011) worden vier gemoedstoestanden genoemd die voor kunnen komen op het werk: bevlogen, burn-out, tevreden en workaholic.















Geluk valt binnen het kwadrant ‘bevlogenheid’. Bevlogenheid is in dit model zowel plezierig als actief (uitdagend). Kenmerken die hierbij horen zijn enthousiast, energiek, blij, opgewekt én gelukkig zijn (Bakker & Oerlemans, 2011). Dit geeft aan dat bevlogenheid een sterke relatie heeft met geluk. In dit model is ook duidelijk te zien dat bevlogenheid het tegenovergestelde is van burn-out. Bevlogenheid is dus een belangrijk begrip wat samenhangt met geluk op het werk. 
 
Bevlogenheid
Een voorbeeld van een theoretisch concept voor werkgeluk is bevlogenheid. Bevlogen mensen zijn gelukkiger op hun werk dan niet bevlogen mensen. Bevlogenheid bestaat uit de volgende drie punten (Schaufeli & Bakker, 2003): 
1 | Toewijding: het sterk betrokken zijn bij het werk; 
2 | Vitaliteit: het bruisen van energie; 
3 | Absorptie: het opgaan in je werk. 
 
De definitie van bevlogenheid volgens Schaufeli en Bakker (2003) luidt als volgt: 
 
“Bevlogenheid is een positieve, effectiefcognitieve toestand van opperste voldoening die gekenmerkt wordt door vitaliteit, toewijding en absorptie. Vitaliteit wordt op zijn beurt gekenmerkt door bruisen van energie, zich sterk en fit voelen, lang en onvermoeibaar met werken door kunnen gaan en beschikken over grote mentale veerkracht en doorzettingsvermogen. Toewijding heeft betrekking op een sterke betrokkenheid bij het werk; het werk wordt als nuttig en zinvol ervaren, is inspirerend en uitdagend, en roept gevoelens van trots en enthousiasme op. Absorptie heeft betrekking op het op een plezierige wijze helemaal opgaan in het werk, er als het ware mee versmelten waardoor de tijd stil lijkt te staan en het moeilijk is om er zich er los van te maken.’’ 
 
Oorzaken en gevolgen van bevlogenheid zijn door Bakker & Demerouti (2008) ondergebracht in het Job Demand – Resource (JD-R) model. Het model impliceert dat taakeisen en uitdagingen werkstressoren (w.o. werkdruk) kunnen zijn die leiden tot stressreacties. Werkgerelateerde energiebronnen zoals feedback en sociale steun, kunnen het motivationele proces versterken en leiden tot meer bevlogenheid. Daarnaast kunnen de werkgerelateerde energiebronnen het negatieve effect van werkstressoren - w.o. te veel ervaren werkdruk - op stressreacties bufferen. Wanneer een werkgerelateerde energiebron niet of nauwelijks aanwezig is, kan dit ook energie kosten. Om de arbeidsgezondheid en het geluk van de medewerkers te bevorderen is het volgens het JD-R model belangrijk om genoeg werkgerelateerde energiebronnen te ervaren. Door de bevlogenheid van de medewerkers in kaart te brengen, kunnen organisaties hun medewerkers helpen in het realiseren van persoonlijke en organisatiedoelen (Bakker, 2009).
















Uit de theorie blijkt dat gelukkig zijn op het werk een sterke relatie heeft met bevlogenheid. Bevlogen mensen zijn gelukkiger op het werk, dan niet bevlogen mensen. Voorgaande modellen zijn hulpmiddelen die  hierbij gebruikt worden en inzichtelijk maken dat bevlogenheid als bron van werkgeluk het gevolg is van een balans tussen enerzijds taakeisen en uitdagingen (werkstressoren, w.o. werkdruk) en anderzijds werkplezier (energiebronnen, w.o. autonomie). 
 
Te veel focus op werkdruk
Uit het voorgaande blijkt dat werkgeluk, als een gevolg van bevlogenheid, van groot belang is voor de prestaties in het werk. De negatieve effecten van taakeisen, i.c. werkdruk, worden verminderd door het stimuleren van het werkplezier. Toch is er steevast een sterke focus op werkdruk. Terwijl de beleefde werkdruk juist in belangrijke mate afhankelijk is van het werkplezier. 
 
Wellicht komt dit omdat werkdruk verlagende interventies doorgaans meer van instrumentele aard zijn (meer mensen, meer middelen) en relatief makkelijk te implementeren zijn, mits beschikbaar. Terwijl het stimuleren van werkplezier in belangrijke mate gaat over eigenaarschap, persoonlijke aandacht en vormen van samenwerking die in belangrijke mate gericht zijn op onderlinge verbinding en sociale steun. Het stimuleren van werkplezier vraagt om een bevlogen cultuur. Een cultuur waarin een balans bestaat tussen werkdruk en werkplezier. Werkgeluk ontstaat in een dergelijke bevlogen cultuur. Deze benadering vraagt om het doorbreken van patronen. Dit is lastiger maar wel duurzamer dan de instrumentele benadering. Dit vraagt om veranderingsbereidheid, lef en leiderschap.
 
Illustratief is in dit kader de wijze waarop in het primair onderwijs invulling gegeven wordt aan het werkdrukakkoord. In het kader van het terugdringen van de werkdruk in het primair onderwijs worden vanuit het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is de komende jaren structureel gelden ter beschikking gesteld. Dat is een goede zaak. Het bestedingsplan omvat de bestedingsdoelen en invulling van de gelden binnen de schoolorganisatie. De focus ligt uitsluitend op het terugdringen van werkdruk en de bestedingsdoelen hebben vooral betrekking op extra capaciteit en middelen. 
 
Dit initiatief vanuit het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is zeer te waarderen. Het maakt werkdruk bespreekbaar, er worden gelden vrijgemaakt en het zal zeker de werkdruk verlichten. Het zal echter niet structureel resulteren in het verbeteren van het werkgeluk. De huidige complexe en snel veranderende samenleving vraagt om meer. Door de focus te leggen op werkdruk wordt het streven naar werkgeluk op de werkvloer te eenzijdig benaderd. Daar komen we dus niet mee. Meer aandacht voor werkplezier is daarom gewenst, alleen dan realiseren we werkgeluk. Meer aandacht voor werkplezier vereist een andere wijze van samenwerken, het loslaten van belemmerende verworvenheden, patronen en structuren. Geen deltaplan-aanpak, maar een persoonlijke benadering vanuit de werkvloer. Kleine stapjes met meer aandacht voor de in dit artikel aangehaalde energiebronnen. Alleen dan creëren we eigenaarschap, betrokkenheid, wendbaarheid en bouwen we samen aan de randvoorwaarden voor bevlogenheid en werkgeluk. 
 
Bronnen
Bakker. (2009). Bevlogen van beroep.
Bakker, A., & Oerlemans, W. (2011). Subjective well-being in organizations. 
Coolen, R. (2015). Werkgeluk!  
Hees, P. (2016). Geluk is D.O.M. de bouwstenen voor geluk. 
Lyubomirsky. (2007). Is It Possible to Become Happier? 
Lyubomirsky, S., King, L., & Diener, E. (2005). The benefits of frequent positive effect: does happinness lead to succes? 
Schaufeli, W., & Bakker, A. (2003). UBES, Utrechste Bevlogenheidschaal.
Tkach, C., & Lyubomirsky, S. (2006). Journal of Happiness Studies.
 

Meer informatie

Meer informatie of heeft u vragen? Vul onderstaand formulier in. U ontvangt onze reactie binnen 2 werkdagen.




Naam:

Telefoonnummer:

E-mailadres:

Opmerking:

Partners